Academy deelnemer Wim over Servië reis: ‘inspirerend, uitdagend en leerzaam’.

ACADEMY DEELNEMER WIM OVER DE SERVIË REIS: ‘INSPIREREND, UITDAGEND EN LEERZAAM’

7 maart 2024

  • << terug
  • Jaarlijks organiseert stichting Kinderperspectief een Academy reis voor Nederlandse professionals uit de jeugdhulp naar Bosnie, Kroatie of Servie. Hoe ervaren professionals deze Academy reis, wat laten ze achter op de Balkan en welke inzichten nemen ze mee terug? Ditmaal Wim van Yorneo.

    Stel jezelf even kort voor. Wie ben je en wat heeft je geïnspireerd om deel te nemen aan de Kinderperspectief Academy?
    “Mijn naam is Wim en ik werk bij Yorneo. De uitnodigende tekst van Kinderperspectief heeft mij geïnspireerd mee te doen. En eigenlijk klopt dit ook niet helemaal. Het enthousiasme van Martijn die me vroeg of ik mee wilde gaan. Daarop heb ik jullie website bezocht en sprak me de ideologische doelstelling van Kinderperspectief gelijk aan. Naast de persoonlijke nieuwsgierigheid naar professionals uit de jeugdzorg in een ander land.”

    Als je de Academy week in een paar woorden moet omschrijven, welke kies je dan en waarom?
    “Inspirerend, uitdagend en leerzaam omdat het een unieke gelegenheid bood om kennis en ervaringen uit te wisselen met internationale collega’s.”

    Welke belangrijke inzichten heb je opgedaan tijdens de workshops in Servië? Wat waren enkele van de belangrijkste leermomenten voor jou en je Servische collega’s?
    “Een belangrijk inzicht was bescheidenheid. Gezien de beperkte middelen waarover onze Servische collega’s beschikken en de juridische rechtsongelijkheid in vergelijking met in Nederland het speciale jeugdrecht, onafhankelijke rechtbank, is het zeer bijzonder dat het ook in Nederland niet goed gaat met de jeugdzorg. Wij hebben zoveel en in Servië lijkt het zo weinig (in verhouding).

    Een belangrijk leermoment was de overdracht van eenvoudig toepasbare instrumenten en het besef dat het eindresultaat afhangt van de persoon als hulpverlener, de inzet en de persoonlijke kwaliteit van de hulpverlener. Je zet jezelf als instrument in. De bijdrage die we hebben geleverd is een uitbreiding van ‘het gereedschapskoffer’; verrijking van de mogelijkheden en daar waar mogelijk de middelen (methodieken) die we in workshops gaven en waarover men nu kan beschikken, hoe bescheiden het ook is.”

    Wat waren de uitdagingen waarmee je werd geconfronteerd tijdens het werken in een andere culturele context? Hoe heb je deze uitdagingen overwonnen?
    “De grootste uitdaging was niet de taalbarrière maar mezelf verplaatsen in het denken over dezelfde problematiek binnen een andere culturele context. Daar had ik te weinig kennis van en kon ik niet constant van bewust zijn. Het daadwerkelijk verplaatsen in de ander binnen een andere culturele sociale context, de Servische context, is iets dat ik regelmatig vergat. Alle vanzelfsprekendheid is weg. Dit wist ik te overwinnen door nieuwsgierig te blijven en me open te stellen voor de ander. Het zijn goed opgeleide professionals, opgegroeid in een ander paradigma. Dit maakt het zeer boeiend en ik was nieuwsgierig naar de wisselwerking van de wederzijdse kennis en kunde.”

    Wat waren opvallende verschillen die je hebt waargenomen tussen de Nederlandse jeugdzorg en de jeugdzorg in Servië?
    “In Nederland lijkt alles keurig geregeld maar daarmee is het heel bureaucratisch geworden. Als het op papier klopt dan moet het goed zijn. In het systeem zit ook een stuk ‘wantrouwen’ van de professional ingebouwd. Het moet controleerbaar en navolgbaar zijn en we verliezen veel tijd en geld in het invullen en naleven van deze regels en verantwoording. Soms lijkt of we vergeten waar het daadwerkelijk omgaat in deze. We lijken voldoende middelen ter beschikking te hebben en toch zijn we nog steeds zoekende naar hoe de Jeugdzorg het best georganiseerd kan worden en waaraan we de financiën dienen te besteden. Daarnaast is het juridisch kader, de rechtspraak, het jeugdrecht in Nederland een groots goed wat in Servië totaal ontbreekt. Dit maakt het kader waar binnen gewerkt wordt onvergelijkbaar. Naar het systemisch werken, waar in bijna elke situatie in Nederland, een belangrijke rol is voor het oorspronkelijk biologische systeem, wordt in Servië anders gekeken.”

    Hoe denk je dat de ervaring van het werken in Servië je professionele ontwikkeling als jeugdzorgwerker heeft beïnvloed? Welke vaardigheden heb je kunnen versterken of nieuwe perspectieven heb je verworven?
    “De ervaring heeft me teruggeworpen naar de basis: de ontmoeting met de ander en het benutten van de kennis en ’tools’ die ik ter beschikking heb. Het versterkte mijn vaardigheid in kennisoverdracht en het stimuleren van ontwikkelkracht bij anderen. Het gaat om de ontmoeting met de ander. De ander geeft me de opdracht tot. Binnen dit aspect wordt de beschikbare kennis en tools benut. Er werd uitgegaan van de kracht van de ander, waarbij goed wordt geluisterd en geobserveerd om de ontwikkelkracht van de ander te helpen stimuleren. Bijna iedereen bezit zijn eigen oplossing voor de levensvraagstukken waarmee zij geconfronteerd worden. Er werd aangesloten bij het oplossend vermogen van de hulpvrager en er werden vragen gesteld die leidden tot de eigen oplossing. De vaardigheid in kennisoverdracht en de honger naar kennis van anderen waren hierbij van essentieel belang.”

    Wat zijn enkele van de belangrijkste boodschappen of aanbevelingen die je zou willen delen met andere jeugdzorgwerkers die geïnteresseerd zijn in internationale uitwisselingen en het delen van kennis en ervaringen?
    “Ga niet met de vooronderstelling dat je komt voor kennisoverdracht, onderzoek vooral waar de ander nodig heeft binnen de bestaande culturele context en sluit aan bij de vraag van. In Nederland hebben wij wellicht meer instrumenten, geld en methoden maar hebben we daardoor ook meer kennis? Deze ervaring draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling als mens en als hulpverlener, juist in de ontmoeting met de ander. Wat je deelt is de passie voor het vak en enthousiasme. Sta je toe te leren van de ander en vooral stel je bescheiden op. Dan ontstaat verbinding en bevlogenheid en daarmee kennisbestuiving wederzijds en dat wat je wil overbrengen, komt zo tot leven en navolging, het wordt bruikbaar.”

    Zou je in de toekomst graag nog meer van dergelijke internationale samenwerkingen en uitwisselingen willen doen? Zo ja, welke landen of regio’s zou je graag willen verkennen en waarom?
    “Ja, graag, hoewel ik geen specifieke voorkeur heb voor landen of regio’s. Het heeft mij verrijkt als mens en hulpverlener en ik ben nieuwsgierig geworden naar andere culturele perspectieven op jeugdzorg.”